Ted Laagland was van 1942 tot het einde van de oorlog actief in het ondergronds verzet en maakte deel uit van Enkhuizer verzetsstrijders die in wisselende samenstelling meer dan dertig operaties tegen de bezetters uitvoerden in de regio.

Zo was hij onder meer betrokken bij wapendroppings, bij het in veiligheid brengen van neergeschoten Amerikaanse piloten en bij overvallen op de melkfabrieken in Twisk, Wervershoof en Binnenwijzend.

Roemrucht is ook de diefstal uit de ijsfabriek in Enkhuizen, waar met twee grote tuindersschuiten levensmiddelen werden gestolen die bestemd waren voor de Duitse Wehrmacht.

Ook was hij betrokken bij drie bevrijdingsacties. Bij de eerste actie wisten ze in Hoogkarspel dertig mensen te bevrijden die waren opgepakt omdat ze hout hadden gestolen. Bij de tweede actie is verzetsman Barend Mes bevrijd en bij de derde Piet Spanjaard, een “goede” gemeenteambtenaar.

In 1943 werd de eerste knokploeg van Enkhuizen opgerold. Bijna alle leden werden gearresteerd. Ted en nog een lid van de groep ontsprongen de dans. Met Flip Fluitman richtte hij een nieuwe knokploeg op.

Hij is meerdere keren aan een arrestatie ontkomen en bleef tot het eind van de oorlog actief bij de K.P.