Geschiedenis
Ooggetuige verhaal Jan Harlaar

Ooggetuige verhaal Jan Harlaar

Oorlog 40-45 – Ervaringen tijdensde oorlogsperiode

1. Periode vóór de oorlog

Nederland was, wat je noemt, een “rustig” land met een bevolking van 9 miljoen; Enkhuizen waar ik geboren en getogen ben, had 9.000 inwoners dus ongeveer 1 op de 1.000 Nederlanders woonde in Enkhuizen. De crisisperiode van de dertiger jaren van de 20e eeuw lag bijna achter ons en hoewel er duidelijk sprake was van internationale spanningen door het agressieve optreden van Duitsland was daarvan hier niet zo veel te merken, al zeker niet voor een jochie van 6 jaar.

Door de mobilisatie die begon in 1939 was ook Enkhuizen garnizoensstad geworden en de aanwezigheid van Nederlandse soldaten was dagelijks zichtbaar; heel wat schoolgebouwen waren gevorderd om al die militairen te huisvesten en als kind vond je het prachtig om die soldaten te zien marcheren en daarbij te horen zingen. “Blonde Mientje heeft een hart van prikkeldraad” : dat liedje kon je tenslotte ook zelf wel meezingen..

2. De dreiging neemt toe en komt dichterbij, inval van de Duitsers.

Nadat gedurende een periode van ongeveer 8 maanden het leger en de luchtmacht van Duitsland onder andere Polen en Tsjecho-Slowakije waren binnengevallen en daar hadden gebombardeerd kwamen ook andere landen “aan de beurt”, op 10 mei 1940 – een prachtige zomerse dag - was het zover: het Duitse leger trok in de nacht op verschillende plaatsen de Nederlandse grens over.

Er werd hevig gevochten (Grebbeberg - Wageningen, Rotterdam – Maasbrug, Den Haag – vliegvelden); de opzet om via Groningen en Friesland de Afsluitdijk over te steken en ook Noord Holland te bereiken mislukte doordat het Nederlandse garnizoen dat gelegerd was in de kazematten op de kop van de Afsluitdijk ondanks zware beschietingen stand hield. Met hulp van een oorlogsschip van de Kon. Marine kon een aantal geschutsopstellingen van de Duitsers in het noorden van Friesland zelfs geheel tot zwijgen worden gebracht.

Het museum in die kazematten bij Kornwerderzand, gesticht na de oorlog, is een bezoek meer dan waard om te zien en te ervaren hoe die strijd is verlopen. Ook op de andere genoemde plaatsen was de Nederlandse tegenstand zodanig dat het Duitse plan, om binnen één dag Nederland onder voet te lopen, eveneens mislukte.

Maar…….., toen kwam het bombardement op Rotterdam waarbij de hele binnenstad werd vernield en er wel 800 burgers de dood vonden; bovendien werd er door de Duitsers gedreigd om ook andere grote Nederlandse steden (Amsterdam –Utrecht – Den Haag) op gelijke wijze aan te vallen en dat deed de deur dicht. Generaal Winkelman, de Nederlandse opperbevelhebber, besloot na dat dreigement te capituleren oftewel de wapens neer te leggen. Het was niet te aanvaarden om de burgerbevolking ook in die steden dit lot te laten ondergaan.

Vanzelfsprekend was er bij iedereen naastbegrip veel verdriet en grote verslagenheid om dit besluit. In Enkhuizen uitte zich dit onder anderedoor het laten afzinken van de veerboten (veerdienst Enkhuizen-Stavoren) vóórde ingang van de Spoorhaven (nu: Buyshaven) en de Buitenhaven, er kon geenschip meer in of uit.      Ook de Koninklijke Marine stuurde pardoeséén van haar schepen, die bedoeld waren om de oversteek vanuit Friesland teverhinderen, op de strekdam van het Krabbersgat – daarna werd alles aan boordvernield en /  of onklaar gemaakt WAAROM? Dan konden de Duitsers er geen gebruik meer van maken ! ! Alles met elkaar EEN TRIEST GEZICHT.

3. Ervaringen tijdens de bezettingstjd

Kort na de capitulatie kwam er een garnizoen van Duitse ( ! ) soldaten  Voor hun huisvesting werd beslag gelegd op veel gebouwen waaronder een aantal scholen en elke dag kon je ze op wacht zien staan voor die gebouwen, en tijdens het marcheren zongen ook die soldaten wel eens: maar wel heel anders.  Ze zongen b.v. ‘und wir fahren – gegen Engeland, Engeland, ahoi!'  Ze wilden dus naar Engeland !

Enkele maanden later: - oktober 1940 – werd Enkhuizen opgeschrikt door een bombardement in de Oostertuinstraat (in “Plan Zuid”, dicht bij het station). Later bleek dat er een vergissing van de geallieerden in het spel was,(geallieerden: de landen die samen tegen de Duitsers vochten, Engeland voorop, later met Amerika - nog later, in 1942 - ook Rusland) In de foto’s hieronder is de ravage als gevolg van het bombardement zichtbaar, op de eerste twee foto’s zie je links de Cromhoutstraat en rechts de Oostertuinstraat: daar vielen de bommen, het was bijzonder dat er “slechts” één dodelijk slachtoffer viel te betreuren.

In mijn ouderlijk huis in de Oostertuinstraat was de schrik ook heel groot: mijn ouders zaten gezellig aan de koffie toen het gebeurde: mijn toen jongste broertje Theo (ca. 1 ½ jaar) zat in de kamer op zijn potje (hij moest nog zindelijk worden, pampers moesten nog worden uitgevonden !) en hij werd door de luchtdruk met potje-en-al, samen met een staande schemerlamp, van de voorkamer naar de achterkamer geblazen. Gelukkig mankeerde Theo niets; in en om huis een geweldige ravage. Zelf was ik naar de zondagsschool, wat heel leuk was onder andere door de mooie vertellingen, weer thuis bleek het huis onbewoonbaar waardoor we al snel  met het hele gezin in optocht naar Opa en Oma op de Breedstraat gingen.

Geleidelijk werd alles helemaal anders, niet meer zo rustig en vertrouwd als eerst. Steeds Duitse soldaten op straat, je mocht niet meer overal komen, bij de haven b.v. niet meer via het voetpad naar “Het Vuurtje”. De winkels werden leger (de Duitsers pikten alles in), daardoor kwam er distributie, alles kwam “op de bon”. Nog later was er aan bijna alles gebrek en kwamen er de “gaarkeukens”, daar werden warme maaltijden centraal bereid, die op een aantal punten  konden worden afgehaald (zelf een pannetje meenemen !) , tegen inlevering van bonnen natuurlijk. In het laatste oorlogsjaar was er zelfs een “avondklok”: nà 8 uur niet meer naar buiten.

Van tijd tot tijd werden er “razzia’s” gehouden, (je kon dan zomaar worden gearresteerd) ook werden er  fietsen gevorderd (gewoon “in beslag genomen”, van je afgepakt dus) en verder werden er zonder aankondiging vóóraf huiszoekingen gedaan. Het werd een steeds bangere tijd, mensen durfden elkaar niet altijd meer te vertrouwen: je kon nooit weten wie er een verrader was of gewoon zijn of haar mond voorbij praatte.

Veel jonge mannen moesten onderduiken om aan de “Arbeitseinsatz” (je werd dan tegen je wil te werk gesteld in de Duitse oorlogsindustrie) te ontkomen; ook onze eigen burgemeester moest onderduiken, hij wilde niet meewerken met de Duitsers en dat werd heel gevaarlijk voor hem  Daarna: kregen we een “surrogaat-burgemeester”, een NSB-er (Nationaal Socialistische Beweging). Deze organisatie werkte samen met de Duitse bezetter.

Het vervolgen en vermoorden van Joden en b.v. ook zigeuners begon op gang te komen; het was bijzonder gevaarlijk als je anderen hielp om onder te duiken: de gevangenis of een concentratiekamp was dan je voorland en zelfs kon je voor die hulp, met name aan Joden, de doodstraf krijgen!

Tegenover ons ouderlijkhuis woonde politieman Grashuis: voor de jeugd “een smeris”, met hem had de jeugd niet veel op  - hij was heel streng. Maar pas na de oorlog bleek dat die lastige politieman Grashuis een echte held  was geweest vanwege zijn dubbelrol: in zijn functie als politieman moest hij het (Duitse) gezag gehoorzaam zijn en gelijktijdig hield hij een tweetal Joden in zijn huis verborgen, ondanks dat hij zelf een gezin had met 7 kinderen ! Als ze hem hadden verraden of als hij gesnapt was had hij dit zeker niet overleefd. Wat een spanning moet dat zijn geweest, niet voor een paar dagen, maar constant en gedurende een lange periode.

De geallieerden bombardeerden elke dag de Duitse steden waar ook de fabrieken gevestigd waren: die maakten wapens, tanks, vliegtuigen en ook kogels en granaten. Overdag en ’s avonds trokken grote formaties bommenwerpers over Enkhuizen, simpel omdat Enkhuizen, op de punt van West Friesland gelegen voor de vliegtuigen een helder baken was. Het ging niet om enkele, ook niet om tientallen, maar meestal vele honderden!! vliegtuigen En dat kon je goed horen en zien, ook ’s avonds en ‘s nachts!

In de haven van Enkhuizen lagen steeds schepen van de “Wasserschutzpolizei”: omgebouwde kleine Nederlandse vrachtschepen die waren gevorderd door de Duitsers, grijs geschilderd en voorzien van luchtafweergeschut. Deze schepen voeren rond op het IJsselmeer en schoten onder andere op al die ontelbare geallieerde vliegtuigen: maar vaak konden ze die niet raken omdat die te hoog vlogen.

En toen kwam – heel kort, enkele weken, vóór de bevrijding – het bombardement op de scheepswerf en de bijbehorende timmerwerkplaats: Uit de hierbij afgedrukte foto’s  kun je goed zien hoe groot de vernielingen waren en, dat was het ergste van alles: dat kostte drie en twintig mensen het leven !  Groot verdriet bij de getroffen families en grote verslagenheid bij iedereen door deze ingrijpende gebeurtenis. De begrafenis van al deze slachtoffers gedurende de dagen na het bombardement maakte alleen al een ontzettende indruk. In het jaar 2015, 70 jaar na deze gebeurtenis, is er bij de visafslag een gedenkplaat onthuld ter herinnering aan deze verschrikkelijke ramp, zo kort vóór de bevrijding.

4. En toen kwam de BEVRIJDING

Nooit meer hebben we een zo uitzinnige blijdschap van alle inwoners van Enkhuizen gezien, iets dat trouwens wel zal gelden voor alle Nederlanders die dat moment hebben meebeleefd. Het was dan ook een overweldigend gevoel dat zich niet alleen op de dag van de bevrijding uitte, maar ook in de weken en maanden daarna. Veel muziek, versieringen, dansen en feesten vanuit dat gevoel en ook dat er samen de schouders onder moesten worden gezet om de geleden schade, niet alleen die in materiële zin, te herstellen..

Als allerlaatste punt wil ik noemen de naam van Dirk Wierenga, één van de”Enkhkuizer verzetshelden gefusilleerd op 20 mei 1944 op de Waalsdorper vlakte bij Scheveningen samen met Tom Kranenburg, naar beiden is ook een straat is vernoemd. Zelf woon ik met mijn gezin al meer dan 47 jaar in de Dirk Wierengastraat, vandaar ! Behalve deze beide namen vinden we In de verzetsheldenbuurt we nog meer namen: Gerrit Stapelstraat, Piet Smitstraat, Piet Rodenburgstraat, meester Hommesstraat en de meester Fluitmanstraat: allemaal mensen die zich in het verzet hebben onderscheiden.

Het lijkt me goed dit verhaal te besluiten met het bevrijdingslied dat voor dezer gelegenheid werd gedicht door Willem Sietses en op muziek gezet door Wim ter Burg:

Roert de trommel, blaast trompettenfluit
piston en klarinetten
jubelt nu, het land is vrij!
klokkenspel van Zuidertoren
laat uw schoonste feestlied horen
voor Enkhuizen’s burgerij!

Zilv’ren Drommedarisklanken
met u willen wij nu danken
ieders hart gloeit van geluk!
dat de strijders van Oranje
mèt de Yankees en Britttanje
ons bevrijdden van ’t Duitse juk.

Het bovenstaande verhaal is een samenvatting van de presentatie die ik als ooggetuige in april 2015 mocht verzorgen voor de groepen 7 en 8 van enkele basisscholen in Enkhuizen

Enkhuizen, april 2016
Jan Harlaar (1934)