Adriaan Groot, verzetsnaam ‘Arthur ‘, werd in 1943 op 22-jarige leeftijd betrokken bij het verzet doordat hij samen met Sam Keesman een illegale verzetskrant ging drukken. Die krant werd later de “Klaroen der Bevrijding”. De kranten werden in blanco papier gerold en verspreid aan de hand van een lijstje met schuilnamen.

Vanaf april 1944 nam Adriaan deel aan de L.O. (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers) onder leiding van Piet Smit. Adriaan, vanaf nu ‘Arthur’ genoemd, hield zich bezig met diverse onderdelen van het verzetswerk zoals het rondbrengen van bonkaarten en extra bonnen voor zieken; het plaatsen van onderduikers; het bewegen van verlofgangers en arbeidsdienstplichtigen om onder te duiken i.p.v. naar Duitsland te gaan; koeriersdiensten en het verspreiden van Trouw en de Klaroen der Bevrijding.

In september 1944 werd Arthur plaatsvervangend districtsleider van de L.O. Naast de L.O. waren overal in het land ook Knokploegen actief. Deze ‘K.P.'s ‘ hielden zich voornamelijk bezig met het kraken van voedsel¬voorraden en levensmiddelenbonnen. De Knokploeg en de L.O. in Enkhuizen werkten veel samen.